Ornithoptermodel EV7
1. Ornithoptermodel EV7a
- eerste vlucht
- spanwijdte
- gewicht
- vleugeloppervlak
- vleugelbelasting
- vleugelslankheid
- profiel
- periodetijd vleugelslag
- slaghoek
- 1989
- 3,14 m
- 4,6 kg
- 0,9 qm
- 5,1 kg/qm
- 10,5
- CLARK Y (11,7)
- 0,6 sec
- 53 Graden
De vleugelverdraaiing
is net als bij de EV7a a langs beide vleugels
aëro-elastisch. Bij stilstand laat de vleugel de verdraaiing zien zoals
die aanwezig was bij de opgaande slag (zie ook de vorige afbeelding).
Romp-vleugelovergan
Er wordt geen helling ten opzichte van de slaglijn toegepast. Daardoor ontstaat
er tussen de rotatiesymmetrische vleugelbevestigingsrollen en het ingestelde
vleugelprofiel een knik in de achterlijst. Zie hiervoor het Handboek,
hoofdstuk 8.8.
1.1 Vlucht images van de EV7a
De gasveer wordt opgepompt
Voor aanvang van de gasdrukveer wordt opgepompt. Door de druk wordt de slagtijdverhouding
van de op- en neergaande slag beïnvloed. Bij de EV-modellen werd over
het algemeen een verhouding van 1:1 nagestreefd.
Hoogtestart
Met de EV7a werden eerst met een elastiek hoogtestarts
uitgevoerd. Een ontkoppelhoogte van ca. 10 meter was voldoende. Het aandrijfmechanisme
moet dan naar de glijpositie geregeld worden.
Vleugelverdraaiing tijdens de neergaande slag. In het armvleugelbereik klopt dit wel enigszins. Aan de tips van de handvleugels is te zien dat ze veel te klein is. Zie hiervoor:
- - verslag over
De ontwikkeling van de EV-slagvleugelmodellen, afbeelding 26 - - Handboek, hoofdstuk 6.5
Overdraaiing van de vleugelinstelhoek
(Opmerkingen zoals in de overeenkomstige afbeelding
van de EV6)
In de eindaanslag van de vleugelslagen neemt de vleugelverdraaiing van de
handvleugels te sterk toe. Dit wordt met name door de massatraagheid van de
achterlijst bij het afremmen van de slagbeweging en het versnellen in de tegenovergestelde
richting veroorzaakt.
Op het moment dat de vleugels stilstaan in de eindposities zou vanuit het punt
van lift- en trekkrachtopwekking eigenlijk de instelhoek van de glijvlucht
ingesteld moeten zijn.
Er zijn echter ook voordelen aan de overdraaiing verbonden. Zie Handboek,
hoofdstuk 6.8 en 6.9.
Overlandvlucht
Dit is een originele opname, waarvan de separate beelden gebruikt zijn om
deze fotoserie samen te stellen. Alle fragmenten werden ten opzichte van een
grenspaal uitgelijnd.
- Vliegbeelden in groter formaat (136 KB)
1.2 Vluchtstabiliteit van de ornithopter
Bij alle EV-slagvleugelmodellen moesten de vermogensvluchten wegens problemen met de stabiliteit steeds weer voortijdig worden afgebroken. De oorzaken daarvan waren:
- Verlies van het krachtenevenwicht tijdens variatie
van de vliegsnelheid of de stijghoek. - Ontbrekende ervaring en nervositeit van de modelpiloot.
- Volgproblemen wegens de grote afstand
of de grote bochtenradius van het model.
Waarschijnlijk speelt de met de vleugelverdraaiing veranderende instelhoek hierbij ook een rol. In ieder geval bleek het staartvlak bij vrijwel alle nieuwe EV-modellen te klein.
Het labiele krachtenevenwicht van een hoofdzakelijk liftopwekkend slagvleugelpaar bij veranderlijke vliegsnelheid kan ook rekentechnisch worden aangetoond. Zie hiervoor het Handboek, hoofdstuk 8.6.
De optredende problemen worden door de sterk wisselden rompneigingen, in enkele van de onderstaande beelden van een kruisvlucht duidelijk.
In the flight tests I often have made the experience that the model changeover to descent with the increase of the flapping frequency. At that time, I had always only lead this back to an insufficient wing twist and a stall in the outer wing area, especially during wing downstroke. Also this can happen during wing upstroke. In a stall, thrust and lift are simultaneously reduced.
Furthermore, however, also a shift of the lift on upstroke is considered as a cause for the descent. If on upstroke the lift near the wing tip is still positive, it becomes smaller and then negative when the flapping speed increases. In this way the center of the lift is displaced to the wing root. This indeed increases the thrust, but necessarily reduces the lift. In this way, the model goes into descent despite of thrust increase. Only when the flapping frequency is increased further, the airflow brakes during upstroke.
The lift reduction during upstroke, as a result of a displacement of lift in the direction of the wing root, is unavoidable without countermeasures. However, it can be counterbalanced by higher lift during downstroke or by the elevator. For this purpose, however, the wing profile must have enough lift reserves (e.g. by large wing chord). In my models this was obviously not the case. There has also not been a sufficient lift increase due to a possible increase in the flight velocity.
Therefore, an increase in the flapping frequency does not guarantee a climb flight. Unfortunately, in my models also a reduction in the flapping frequency did not lead to more climb. The window of the optimal flapping frequency simply was too small and was only for the level flight.
1.3 De videos van de EV7a (1990)
Scène 1
toont een korte slagvlucht met een omschakeling naar glijvlucht. Daarbij wird een tandheugelaandrijving gebruikt met een elektronische omschakeling.
Download |
640 x 480 mp4 (0.8MB) |
480 x 360 mp4 (0.5MB) |
320 x 240 mp4 (0.2MB) |
Scène 2:
Bij deze slagvlucht zijn in het bijzonder de cyclische veranderingen van de vleugelverdraaiing te zien.
Download |
640 x 480 mp4 (0.5MB) |
480 x 360 mp4 (0.3MB) |
320 x 240 mp4 (0.1MB) |
Scène 3
toont met zijn duur van enkele minuten één van de weinige langere vluchten. Men ziet in het bijzonder:
- een hoogtestart vanaf ongeveer 10 m hoogte,
- een overgang van glijvlucht naar krachtvlucht m.b.v. de vleugelaandrijving,
- de relatief langzame slagbeweging (periodeduur ca. 1,1 s),
- de desondanks slechts geringe op- en neergaande pendelbeweging van de romp,
- een horizontale vlucht over een langere afstand, zonder stijgwind of thermiek en
- de gevolgen van de plotselinge afname van lift en trekkracht door overtrekken na een korte stijgvlucht (zie boven Vliegstabiliteit van de ornithopter).
Download |
640 x 480 mp4 (1.3MB) |
480 x 360 mp4 (0.7MB) |
320 x 240 mp4 (0.4MB) |
2. EV7b met vleugelveren
- eerste vlucht
- spanwijdte
- gewicht
- vleugeloppervlak
- vleugelbelasting
- vleugelslankheid
- profiel
- 1992
- 3,20 m
- 4,8 kg
- 0,94 qm
- 5,1 kg/qm
- 10
- NACA 4412
Vleugelveren
Om de verdraaiing aan de vleugeltips te vergroten werd bij de EV7b
met vleugelveren
geëxperimenteerd. De verdraaiing van de separate
vleugelveren zou, in het bijzonder tijdens de vleugelslag, duidelijk groter
moeten zijn dan bij een doorlopend vleugelprofiel.
Een afname van de geïnduceerde weerstand, omdat dit te moeilijk was, was niet de bedoeling van deze vleugelveren.
Vleugelveren tijdens de glijvlucht
Het verloop van de veren aan de vleugeltips kwam enigszins overeen met de
voorstelling van de constructeur (Welving en middellijn van het profiel van
de handvleugel alsmede de grotere verdraaiing van de handvleugel).
De doorbuiging van de vleugelveren
was tijdens de krachtvlucht bij dezelfde
slagrichting aanzienlijk verschillend (zie de volgende foto tijdens het voorbijvliegen
).
Tijdens de glijvlucht bleek ze het meest bruikbaar. Ook de vleugelverdraaiing
was in orde.
Vlucht met ochtendnevel
De pixelpreciese uitlijning van een fotoserie kan alleen aan de hand van grenspalen
worden gerealiseerd. De laatste twee foto's van de slagvleugelmodel met vleugelveren
zijn echter maar beperkt uitgelijnd.
- vliegbeelden in groter formaat (321 KB)
Tijdens het voorbijvliegen
Dit zijn willekeurig achter elkaar gezette beelden uit een fotoserie van een ornithopter
tijdens de slagvlucht.
- vliegbeelden in groter formaat (335 KB)
2.1 Drie-meter-vogel tijdens het aanvliegen
- een modelvliegbelevenis -
De volgende afbeeldingen tonen de EV7b (met veren aan de vleugeltips) tijdens nadering. Dit model legt met een gering aantal vleugelslagen (in dit geval ca. 9 vleugelslagen) grote afstanden af. De verschillende vleugelverdraaiingen tijdens de op- en neergaande vleugelslag zijn goed te herkennen.
3. Ornithopter model EV7c
- eerste vlucht
- spanwijdte
- gewicht
- vleugeloppervlak
- vleugelbelasting
- vleugelslankheid
- armvleugel-profiel
- profiel aan de vleugeltip
- 1994
- 2,94 m
- 4,7 kg
- 0,9 qm
- 5,2 kg/qm
- 11,3
- S2020
- E203
Dit was een relatief onschadelijke landing zonder staart na de laatste vlucht van de EV7c 1995. Het vleugelmechanisme dat bij deze modelvariant de achterste handvleugelligger moest vervangen, bleek niet te voldoen.